Deze keer waren we maar met zijn drieën, terwijl we met z’n zessen data voor twee maanden schrijven hadden gepland.
Het was niettemin inspirerend en leuk
Ik zal je vertellen wat we hebben gedaan. De gastheren en/of -dames delen schrijfopdrachten uit. Deze keer waren het de onderstaande drie (en natuurlijk een kop koffie, koekjes en wijn):
Opdracht 1: kies een boek
We begonnen met de keuze voor een boek uit de boekenkast. Ieder nam een ander, voor die persoon vaak een onbekend boek (voor mij overigens niet). De opdracht was als volgt:
- Noteer de volgende 5 woorden: woord 6 van pagina 6, woord 5 van pagina 36, woord 1 van pagina 45, woord 7 van pagina 53 en woord 15 van pagina 69.
- Maak een verhaal waarin elk woord een belangrijke rol speelt.
- Spreek een tijd af waarin je je verhaal speelt (bij ons is dat een kwartier).
Wij lazen onze verhalen aan elkaar voor. Hieronder lees je mijn verhaal. Ieder bewaart zijn of haar verhaal zelf. Dit had ik online.
De 3 musketiers
Wie kent het niet? Het verhaal van de 3 musketiers: Portos, Athos en Aramis, en vooruit, d’Artagnan, die nog gevallen is in Maastricht (echt gebeurd, trouwens). Dit is voor mij een heel inspirerend verhaal. Ik las het boek vóórdat ik de film zag. Als je de keuze hebt, raad ik je aan het eerst te lezen voordat je de film gaat zien. In het boek acteren meer vrouwen die stralend worden neergezet. Ook de drie musketiers stralen in hun gevechten. Het leek alsof het verhaal een beetje verdween totdat er een nieuwe film en een nieuwe versie van het boek uitkwamen. Wat mij inspireert? De warme inborst en de goede bedoelingen van de musketiers, ook in het gevecht. Het lijken de ‘Dukes of Hazzard’ wel.
Opdracht 2: Kies een lied
We kregen de titel van een lied. In sommige gevallen was het een Engels lied en was de tittel in het Nederlands vertaald. Opdracht was om er een verhaal aan te verbinden waartoe de titel je inspireer of waaraan hij je laat denken. De mijne was de volgende, van Bram Vermeulen.
Doe het
Wát moet ik doen? Waar? Met Wie?
Weet je wat? Daar maak ik maar niet te veel woorden aan vuil. Daar worden toch al veel woorden aan vuil gemaakt. Iedereen zegt altijd wat een ander ‘moet’ doen. Goed bedoeld, hoor. Maar toch. We kunnen beter opdracht geven aan een ander dan zelf initiatief nemen. Mooi liedje en ook aan mij besteed (eerlijk is eerlijk), maar ik reken het liefst op mezelf en niet op een ander.
Opdracht 3: van de basisschool
Onze zon kreeg op school een vergelijkbare schrijfopdracht. We deden het hem na: schrijf iets over een paddestoel. Het leverde drie totaal verschillende stukken op. De mijne gaat zo:
De paddestoel
Kabouter Pollewop deed het deurtje van zijn woning open. Het was een prachtige paddestoel, een vliegenzwam, zo ééntje die kinderen aandachtig tekenen als ze klein zijn. Rood met witte stippen (is daar niet ooit een liedje van gemaakt?). Binnen zat kaboutervrouw Katrijn op kabouter Pollewop tewachten. Als gewoonlijk, met een breiwerk in haar handen. Het was helemaal zoals altijd. Sprookjesachtig. Of was het dat ook echt?
Sprookjesachtig was het. Totdat… De wandelaars van het mooie weer in het bos kwamen genieten. Met hun honden. Eén van de honden hield niet van sprookjes. Tenminste, hij genoot van de herfstzon en rende opgewekt door het bos. In zijn gang nam hij de mooie, sprookjesachtige paddestoel mee, met zijn inwoners. Over kabouter Pollewop en zijn vrouw Katrijn is sindsdien niets meer verteld. Want ja, een sprookje dient af te lopen met: ‘en ze leefden nog…’
Pingback: Een goed gesprek met – mensen met dezelfde interesse